Even tijd maken om rouwen proberen te begrijpen
Stukjes uit de boeken van Manu Keirse
Rouw raakt alle dimensies en niveaus van iemands leven. Het is meer dan alleen droefheid en depressie. Het is een heel scala van gevoelens, gaande van angst en agressie tot schuld, verwarring en nog zoveel meer. Het raakt niet alleen de gevoelens, maar dringt door in elk levensgebied. De werksituatie, de relaties met anderen en het beeld van zichzelf worden erdoor beïnvloed. Ongeveer elke emotie kan opkomen, ook emoties die men bij zichzelf voorheen niet kende en vreemd lijken in deze context van verlies. Wat vaak de moeilijkheid is met emoties, is de ongewone intensiteit waarmee ze opkomen. Men begrijpt soms de eigen reacties niet.
De onwennige houding van de omgeving wanneer verdriet en hevige emoties worden geuit, is vaak de bevestiging dat het gedrag niet juist of abnormaal is. Iemand die ‘zich sterk houdt’ en ‘zijn gevoelens onder controle heeft’, wordt beschouwd als ‘flink’ en als ‘iemand die het goed doet’. Pijn en gevoelens die gepaard gaan met verlies, probeert men te vermijden in de maatschappij. Een rouwende die wel met zijn verdriet, zijn opstandigheid en al zijn intense gevoelens naar buiten komt, krijgt soms het gevoel een belasting te vormen voor anderen. Het is hier echter niet de rouwende die verkeerd is, maar de samenleving. Dit is de adequate weg om tot verwerking te komen, het is belangrijk zichzelf toe te laten verdriet te hebben, en dit ook te uiten in woorden en in tranen. Zo vloeit het verdriet naar buiten.
Verlies kan iemand vervreemden van zichzelf en van zijn omgeving. Iemand beschreef het sterven van een dierbare eens als een emotionele aardbeving. Men is bedolven onder de brokstukken, men voelt zich afgesloten van de wereld, alles doet pijn, en het kost grote moeite het hoofd weer boven het puin uit te steken.
Men kan zich voelen als iemand die diepe wonden heeft opgelopen waaruit tezamen met het bloed alle kracht voortdurend wegvloeit. Alles wat mensen uit de omgeving willen bieden, vloeit mee weg zolang de wonde niet is dichtgegroeid. De wonde kan na enige tijd genezen, maar de littekens blijven een leven lang.
Het is belangrijk bij het begin voor ogen te houden dat er een ‘einde’ komt aan het verdriet. Het is de weg van de natuur dat men erdoorheen komt, ook al kan men het op vele momenten niet geloven.
Verwerken van verdriet is echter geen rechtlijnig proces. Het is veeleer een processie van Echternach: drie stappen vooruit, twee stappen achteruit, ups en downs, progressie en terugval. Het is belangrijk zich te realiseren dat het herstelproces bezig is, of men zich nu beter of slechter voelt dan gisteren of dan vijf minuten geleden. Rouw is geen gebeurtenis, maar een proces.
Het proces van herstellen van verlies gaat gepaard met ups en downs, zoals eb en vloed. Op bepaalde momenten zijn de golven klein en worden ze nauwelijks opgemerkt, maar op een moment dat men dit het minst verwacht, kan een felle golf de voeten onder iemand wegvegen.
Het horen van een lied op de radio kan de rouwende opnieuw doen wegzakken. Moeilijke momenten die het verlies sterk in herinnering brengen: verjaardagen, Vaderdag of Moederdag, een foto, een brief,…alles wat emotioneel aanspreekt, kan in alle hevigheid de pijn van het verlies oproepen. Het verlies kan bij momenten bijna naar de achtergrond verdwijnen, maar plotseling, op een moment dat men dit helemaal niet verwacht, in alle hevigheid weer op de voorgrond treden.
Een reis van duizend kilometer begint met de eerste stap. En de eerste stap is vaak dat men realistische verwachtingen stelt aan zichzelf. Dit betekent: zich ervan bewust zijn dat verdriet voor uitputting zorgt en begrijpen hoe men door de rouw wordt beïnvloed. Dit betekent ook: van zichzelf aanvaarden dat men niet optimaal kan functioneren, noch het geduld en de emotionele capaciteit heeft om voldoende beschikbaar te zijn voor anderen en andere taken.
Men kan zich eenzaam voelen midden in de drukte van mensen. Na enkele dagen gaat voor iedereen het gewone leven weer zijn gang, maar voor de rouwende is het alsof de wereld is blijven stilstaan op de dag en het uur van overlijden. Opeens werd alles anders.
Weinige omstaanders kunnen deze reis door het doolhof van verdriet meewandelen. Het is meestal eenzaam zoeken. Het is alsof er een schutskring wordt gevormd rondom mensen met verdriet. Men heeft soms het gevoel een belasting te vormen voor iedereen die men ontmoet. Sommigen gaan met een boog om mensen in verdriet heen en vermijden contact. Velen weten zich geen houding te geven als ze met verdriet worden geconfronteerd en alleen al daarom gaan ze het contact veeleer uit de weg dan het op te zoeken. Men gaat ervan uit dat verdriet dat niet meer wordt aangeraakt, sneller voorbij gaat. Door deze houding miskent men echter dat verdriet meestal pas wordt verwerkt door het te uiten.
Verdriet kan niet worden vermeden. Men kiest niet voor de gevoelens, maar ze dringen zich op, of men dat nu wil of niet. Het is belangrijk zowel van zichzelf als van anderen de toestemming te krijgen het verdriet te uiten. Kunnen huilen, kunnen toelaten om te huilen zowel alleen als in het gezelschap van anderen, kan verlichting brengen. Het is ook essentieel te praten over zijn gevoelens en over de overledene. Ook al is rouwen iets wat het individu raakt, het doet goed als men dit kan delen met anderen. Een andere behoefte die vaak belangrijk is, is het steeds opnieuw het verhaal van het verlies in alle details te mogen vertellen.
Men heeft het meest aan mensen om zich heen die dit toelaten, die aandachtig kunnen luisteren en die aanmoedigen om zich uit te spreken, telkens als men die behoefte voelt. Het terugblikken op en reconstrueren van de gebeurtenissen maakt dat men geleidelijk aan meer vat krijgt op het gebeuren. Dit is zeer belangrijk in situaties van een plotse dood, waar men datgene moet proberen te begrijpen wat zo plotseling is gebeurd. Vaak beschuldigt men zichzelf omdat men het niet heeft zien aankomen. Of omdat men niets heeft gedaan om dit te voorkomen, ook al was dat totaal niet mogelijk.
Wellicht een van de meest isolerende en bedreigende aspecten van de rouwverwerking is het gevoel van verwarring en desoriëntatie. Dit komt veelvuldig op als de werkelijkheid van het verlies ten volle doordringt.
Deze verwarring komt tot uiting in de wijze waarop men taken uitvoert. Men begint aan allerlei dingen, maar werkt ze niet af, men vergeet afspraken, de efficiëntie op het werk is laag. Men komt er niet toe om gestructureerde initiatieven te nemen en voelt zich permanent moe. Men weet vaak niet welke dag het is en hoe laat het is. Soms gaat de tijd zeer snel voorbij, soms lijkt het zeer lang te duren. Het besef van verleden en toekomst is als het ware bevroren en men blijft vastgepind op het nu-moment.
Het gaat noodzakelijkerwijs niet beter naarmate de tijd voortschrijdt. Dit zeggen zou niet alleen onwaar zijn, maar tevens ongepast. Als men bezig is met verwerken van verdriet, heeft men dagen die beter zijn dan andere. Op sommige dagen slaat de pijn van het verlies in alle hevigheid toe. Men heeft op zulke dagen geen zin om op te staan, om te eten. Alles valt dan tegen of voelt aan als te zwaar. Belangrijk is voor ogen te houden dat met deze pijn ook de ‘genezing’ komt. Men moet van dag tot dag leven en proberen deze dag door te komen.
Als het hoofd en het hart de persoon missen die deel uitmaakte van het leven, kunnen angst en paniek ontstaan. Angstgevoelens kunnen het gevoel oproepen ‘gek te worden’. Als men denkt abnormaal te zijn, zal de vrees nog toenemen. Men stelt zich allerlei vragen als: ‘Kan mijn leven nog ooit zin krijgen zonder de geliefde?’, ‘Komt ons leven ooit weer op orde?’. Dat zijn natuurlijke vragen. De meeste mensen ervaren angst als ze worden geconfronteerd met het onbekende. In situaties van verlies bestaat het onbekende niet alleen uit de omstandigheid dat men alleen verder moet zonder de dierbare, maar ook uit de gevoelens die men met een ongekende intensiteit doormaakt. Het feit dat gevoelens van intense pijn en verdriet op totaal onverwachte momenten optreden, ondermijnt het zelfvertrouwen.
Een dierbaar iemand of iets verliezen wordt vaak beleefd als het verlies van een deel van zichzelf. Dat is zeer sterk het geval bij het verlies van een kind. Verlies van een deel van zichzelf roept de vraag op: wie of wat ben ik nog? Dat gevoel kan geruime tijd in vlagen opkomen en weer verdwijnen. Men mag in geen gevoel deze gevoelens onuitgesproken laten. Als men er niet over spreekt, heeft men de neiging zich terug te trekken uit het gezelschap van andere mensen en van de hele wereld, en zich volledig in zichzelf keren.
Bij rouwverwerking kan men met een heel gamma van explosieve emoties worden geconfronteerd, zoals agressie, opstandigheid, haat, wrok, jaloezie. Al deze gevoelens, die men voorheen vaak nauwelijks kende en zeker niet in deze intensiteit, maken deel uit van een natuurlijk rouwproces. Het is belangrijk zichzelf toe te laten om zich te voelen zoals men zich voelt.
De samenleving heeft moeite met deze agressie/opstandigheid, omdat zowel de rouwende als de omgeving weinig beseft dat het gaat om een natuurlijke emotie die te verwachten is en die ook begrijpelijk is.
Vaak wordt agressie echter uitgewerkt op anderen. Een moeder van wie het kind stierf bij de geboorte, wordt steeds weer kwaad als ze een zwangere vrouw ziet of ouders met kinderen. De moeilijkheid met deze gevoelens is dat ze vaak worden geuit tegenover mensen met wie men een nauwe band heeft. Bij hen durft men zijn agressie naar buiten te brengen. De omgeving beseft echter vaak niet dat de agressie niet tegen hen persoonlijk gericht is, maar dat ze makkelijker wordt geuit bij vertrouwde mensen.
Zo ziet men vaak relaties breken en families in onmin geraken. Het helpt om te gaan met agressie als men beseft dat dit een normaal gevoel is bij verlies van een dierbaar iemand. Het is beter agressie te uiten en door te werken om te voorkomen dat ze uitgroeit tot bitterheid. Voor de ander is het belangrijk dit niet persoonlijk op te vatten, maar voor ogen te houden dat dergelijke gevoelens meestal worden geuit tegenover iemand die men vertrouwt.
Men moet zich steeds voor ogen proberen te houden dat explosieve emoties niet logisch hoeven te zijn. Ze zijn niet goed of slecht, juist of verkeerd. Oordeel niet over de gevoelens, maar ervaar ze. Ze maken deel uit van het rouwproces en het is beter ze te onderkennen en ook te uiten. Onze samenleving heeft de neiging mensen het recht te onthouden deze gevoelens te hebben. Het uiten van explosieve emoties wordt als ‘verkeerd’ beschouwd. Dit is fout van de maatschappij.
Op de reis door het verdriet kan men met regelmaat schuld- of schaamtegevoelens ervaren. Als men gevoelens van ‘had ik maar…’ ervaart, heeft men het best geduld met zichzelf. Om verschillende redenen is schuldgevoel normaal en iets wat men kan verwachten in de rouwperiode.
Depressie en wanhoop zijn de gevoelens die de meeste mensen verwachten als zij denken aan verlies. Er is een soort stereotiep beeld van rouw als een klassieke melancholische depressie, waarbij de rouwende niet langer in staat is zelfstandig te functioneren en zijn tijd doorbrengt met in een hoekje te zitten huilen. In werkelijkheid reageren mensen op vele verschillende manieren. Het is simplistisch te denken dat rouw het verdriet enkel wordt uitgedrukt in droefheid.
Men kan zich verdrietig, somber en teneergeslagen voelen. Men geniet niet langer van aangename dingen, voelt zich apathisch en down, mist energie of motivatie, piekert over het verleden of kijkt pessimistisch, als het niet hopeloos is, naar de toekomst, beklaagt zich over zijn situatie en voelt zich een slachtoffer. Op onverwachte momenten begint men te huilen en tranen zijn nooit veraf. Op sommige momenten wil men huilen, maar is men er niet toe in staat. Men heeft zo nu en dan het gevoel alle controle over de situatie te verliezen, kwetsbaar en hulpeloos te zijn. Al deze reacties zijn normaal en begrijpelijk in het licht van een ernstige verliessituatie. En toch voelt men voortdurend de neiging opkomen om zichzelf de les te lezen. Omdat men zich minder voelt dan anders, omdat men niet in staat is adequaat te reageren. Men wordt kwaad op zichzelf en maakt het zichzelf moeilijk. Dit tast het zelfgevoel verder aan.
Voor de omgeving, familieleden, vrienden en collega’s in de werksituatie is het niet gemakkelijk met deze gevoelens om te gaan. Met allerlei raadgevingen die oordelen of afkeuren, helpt men de rouwende niet vooruit. De rouwende heeft iemand nodig die luistert hoe het voelt. De meeste hulp biedt iemand die niet komt om te zeggen hoe het moet, maar die laat voelen dat verdriet mag bestaan en ook wordt toegelaten. Als men duidelijk kan maken dat deze gevoelens normaal zijn bij een mens die zwaar verlies heeft geleden, geeft men iemand ademruimte om geleidelijk aan weer uit het dal te klimmen.
Er bestaat vaak een grote tegenstelling tussen de manier waarop een rouwende zich innerlijk voelt, en de uiterlijke wereld op feestdagen, zoals Kerstmis, Nieuwjaar, Pasen. Men kan ongeveer alle mogelijke gevoelens ervaren, behalve ‘zalig’ kerstfeest, ‘gelukkig’ Nieuwjaar, ‘vrolijke’ paasdagen. Het gevoel van eenzaamheid kan op dergelijke dagen bijzonder groot zijn! De versierde etalages, kerstbomen, feestverlichting en de stemmige sfeer roepen pijnlijke gevoelens op. Men krijgt het gevoel niet langer te passen in deze wereld. Onder al deze mensen die zo ‘vrolijk’ zijn, vindt men geen plaats om zich te verbergen. Men voelt zich anders dan alle anderen.
De gezinsleden kennen meer feestdagen per jaar. Men heeft het sinterklaasfeest, dat een moeilijk moment kan zijn voor ouders van wie een kind is gestorven, of voor kinderen van wie de ouder die steeds voor geschenken zorgde, is overleden. Dan zijn er nog: Vaderdag, Moederdag, verjaardagen van elk gezinslid, de verjaardag van de overledene, dag van het overlijden,…
Feestdagen zijn voor rouwenden vaak treurdagen, namelijk dagen van intens gemis en van groot verdriet. Het zijn dagen om in familiekring door te brengen, dagen waarop de afleiding van het werk, de school of andere activiteiten buitenhuis wegvalt. Het gezin en de familie worden des te sterker geconfronteerd met het verlies. Men verwacht dat iedereen op dergelijke dagen nieuwe verbondenheid voelt. Door deze irrealistische verwachtingen wordt het gemis van een dierbare echter nog meer geaccentueerd dan op andere momenten. Vooraf kan men plannen wat men op deze dagen wel en niet zal doen. Zich voorbereiden op deze dag maakt dan men in zekere zin enige controle kan uitoefenen. Het is belangrijk familieleden te betrekken bij de afspraken. Vaak is de pijn die men vooraf vreest, erger dan de feestdag zelf. Evenwel, men slaagt er zelden in zonder lijden en pijn de feestdagen door te komen.
Als rouwende moet men er extra voor oppassen dat men zichzelf niet overvraagt. Overdadig eten, alcohol drinken en te lang opblijven: dat alles is vermoeiend voor iedereen. Voor de rouwende kan het echter uitputtend zijn en depressieve gevoelens versterken. Men staat immers voortdurend voor een dubbele opdracht: de gewone taken afwerken en daarnaast de emotionele arbeid voortzetten, die bestaat uit het vervullen van de rouwtaken. Het is noodzakelijk dat men voldoende tijd neemt voor zichzelf.
Belangrijk kan ook zijn dat men iets symbolisch doet. Bijvoorbeeld: een speciale kaars branden als nagedachtenis, herinneringen ophalen en het verdriet samen delen, vragen of iedereen iets op een kaartje schrijft wat doet denken aan de overledene en deze aan de kerstboom hangen, een gift schenken aan een goed doel,…
Rouw is steeds weer anders. Het kan echter een troost betekenen te weten dat al deze reacties mogelijk en normaal zijn in een rouwproces. Als mensen dit beter weten en begrijpen, kan het hen behoeden voor de angst dat ze gek aan het worden zijn. Het kan zorgverleners en familieleden meer rust geven om ontvankelijk naar de rouwende te luisteren en hun de kans te geven zich uit te spreken. Luisteren hoe het voelt, is vaak een zeer adequate vorm van helpen en ondersteunen in het verdriet. Zo bouwt men geen dam op tegen het verdriet, maar een bedding waarin het verdriet kan wegvloeien.