20 september
Het was zover. Hij kwam die dag ter wereld. Jouw kleine broertje Lenny. Een regenboogbroertje. Na een énorm moeilijke 22 maanden, na zoveel verdriet, na een zwangerschap zonder een seconde gerust te zijn…kwam hij ter wereld. Levend!
Al van voor ik opnieuw zwanger zou worden werd afgesproken om een geplande keizersnede uit te voeren als ik 37 weken ver zou zijn. Geen haar aan mijn hoofd dat eraan dacht om na jou ooit nog spontaan in bevalling te gaan! Hadden we bij jou ook maar… :’(
‘ s morgens vroeg vertrokken naar het ziekenhuis. We waren als eerste aan de beurt, dus we moesten via spoed naar binnen om ons in te schrijven. Via spoed gingen we naar de verloskamer waar we opgewacht werden door de vroedvrouw die jou ook in haar liefdevolle armen heeft gehad. Ik voelde een verbondenheid met jou. De eerste die je broertje vast zou nemen heeft jou ook vast gehad! Ze bleef van begin tot het einde bij ons om ons zo goed mogelijk te begeleiden. Door haar werden we voorbereid om vervolgens te vertrekken naar de operatiekamer. Compleet hetzelfde parcours als dat wat we bij jou hadden afgelegd. Het bloed, de zenuwen, de angst, de paniek raasden door mijn lijf. Flashbacks naar toen, terug in de tijd, terug naar 21 december 2015. Ik had verwacht dat ik in alle staten zou zijn, dat paniek de bovenhand zou nemen. Maar ik bleef (uiterlijk) kalm. Onderweg naar de operatiezaal werden de emoties mij teveel en kwamen de tranen naar boven. Ik kon alleen maar jou voor mij zien. Maar ik hield mezelf sterk, ik moest positief blijven! Positief denken…alleen zo hield ik het vol.
En toen begonnen ze eraan. Dit keer kon en mocht ik het bewust meemaken. Elk detail nam ik in me op. Mijn ogen nauwlettend op de klok, elke seconde traag voorbij tikkend. Tijdens de keizersnede zei de gynaecoloog om 08h18 ‘hij komt eraan’. Het enige waar wij op gefocust waren was…’de schreeuw’. Kijkend naar de lamp die boven mij hing, het raampje dat weerkaatste in de deur, hopend een glimp van hem op te vangen. Bange blikken die mama en papa uitwisselden…wachtend op zijn komst, wachtend op ons lichtpuntje, je broertje. Kalm…maar toch ook niet. Ik voelde mijn hartslag bonzen in mijn keel, gefocust op wat rondom mij gebeurde, met je papa aan mijn zijde. En toen hoorden we hem, hij was er! Levend en wel! Na zoveel verdriet, zo een groot geluk, zo welkom! Het voelde zo onwerkelijk…onze tweede zoon…hij ademt…hij leeft! Zo een énorme opluchting! Zoveel emoties tegelijkertijd. Want daar waar blijheid en geluk overheersten, loerde ook het verdriet en het grote gemis doordat we dit niet met jou mochten en konden meemaken.
Op de kamer aangekomen konden we aan de telefoontjes beginnen om je Omi, Opa Vic, Opi, Moemoe, Moema en Boempa, tantes en nonkels,…op de hoogte te brengen van zijn komst. Iedereen énorm opgelucht door het nieuws. Zo snel als ze konden kwamen ze naar het ziekenhuis om hem te ontmoeten.
Zo had het bij jou ook moeten zijn lieve Sem…zo had ik het mij bij jou ook voorgesteld. Dat ik je in alle blijheid en geluk trots kon laten zien aan iedereen. Trots was en ben ik nog steeds, maar verdriet nam toen de bovenhand. In plaats van blije gezichten alleen maar tranen.
Na drie daagjes dicht bij ons te zijn kwamen ze erachter dat je broertje een bloedprobleem had. Hij moest worden opgenomen op de dienst neonatologie. Hij werd, zo voelde het voor ons toch, van ons afgenomen. Weg van de kamer. Heel even stortte onze wereld opnieuw in en werden we terug gegooid naar de tijd van toen. We mochten hem zelf brengen naar de afdeling, maar moesten met een leeg bedje terug rijden. Lieve kleine Sem, wat een hel was dit voor ons, want ook hier zagen we alleen maar het beeld van wat we bij jou hadden. De dag dat we je moesten afgeven, dat we met een leeg klein bedje terug naar onze kamer moesten. Ook al wisten we dat je broertje in goede handen was en verzorgd werd. Niets kon mij kalmeren op dat moment, geen verhalen of voorbeelden van ‘ja maar die of ja maar dat,…’ Neen, ik wou enkel en alleen onze zoon bij ons! Kon het nu niet eens gewoon goed gaan?
Lenny moest nog enkele dagen langer blijven dan voorzien. Ik mocht in principe naar huis. Maar niet ene keer kwam het in mij op om dat ook effectief te doen! Ik zou niet opnieuw naar huis gaan zonder dat onze zoon mee kon! Niet opnieuw met lege handen richting thuis. Dus we bleven bij hem.
Na een week was het dan zover. We mochten gaan. Gepakt en gezakt, met je broertje in de Maxi-Cosi, vertrokken we naar de parking. Op één of ander manier gingen de minuten ineens heel traag. Elk detail viel mij op, de klok die tikte, personen die ons voorbij liepen, mensen die in het winkeltje cadeautjes uitkozen, blije gezichten kijkend naar ons lieve snoetje in de Maxi-Cosi. Iedereen kon zien dat we ouders waren geworden. Ik voelde de tranen omhoog komen bij elke stap die ik verder zette. Bij jou zag niemand dat we mama en papa waren geworden.
Tijdens de rit naar huis stroomden de tranen over mijn wangen. Ik kijk achter mij. Het is echt, we nemen onze zoon mee naar huis, hij zit op de achterbank. Hoe hard, pijnlijk en oneerlijk was het om 22 maanden geleden met een lege achterbank naar huis te moeten rijden. Het gevoel overvalt mij terug. En tegelijkertijd rolden de tranen nog steeds over mijn wangen…maar dan ook van geluk. Beseffend wat we in onze handen hebben.
Ondertussen is hij 4 maandjes bij ons. Eén bloedtransfusie, heel wat bloednames en medicatie verder is Lenny medisch goedgekeurd. Geen ziekenhuisbezoekjes meer. Hij doet het goed Sem*, dat broertje van jou. Een vrolijk lachebekje, dat goed slaapt en eet. Hij verzacht de pijn. We mogen en kunnen voor hem zorgen. Hem al onze liefde geven. Een klein groot gelukje! Maar dat neemt het grote gemis van jou niet weg. Je zal altijd ontbreken. Altijd een kind te kort! Love you!
Mama